Vandaag deel 20 (door Geurt Rozendaal)

1914 - 1918

We pakken het weer op in 1914. Het Stadion in Amsterdam was geopend, de eerste 2 interlandwedstrijden waren gespeeld. Eindelijk kon men wedstrijden spelen en bekijken in een echt stadion met een goed speelveld en prima faciliteiten voor de toeschouwers. De verwachtingen waren  hoog maar het lot besliste echter anders. Het Nederlands Elftal ging in mei nog een bezoek brengen aan Denemarken maar daarna was het plotseling over met het Internationale voetbal. De 1e Wereldoorlog stond voor de deur. Dat is nu precies 100 jaar geleden en het uitbreken hiervan wordt dit jaar overal herdacht, met name in België, Frankrijk en Engeland. Wat was de aanleiding? Op 28 juni 1914 werd Aartshertog Frans Ferdinand, die op bezoek was in Sarajevo, vermoord. Nu rommelde het al heel lang in Europa maar deze actie van terreur bleek een kwestie van de bekende druppel en hoe vol is de emmer te zijn. Verschillende landen verklaarden elkaar de oorlog en trokken ten strijde. Zowel Nederland als België bleef in eerste instantie neutraal. Maar België lag nu eenmaal vervelend in de weg dus daar trok Duitsland zich niets van aan. Ze trokken België in om zodoende in één keer door te stomen naar Parijs. Dit ging goed tot aan de grens van België en Frankrijk. Daar stopte het offensief en uiteindelijk zou het front zich nauwelijks meer verplaatsen. Aan de ene kant de Duitsers en bondgenoten en aan de andere kant de geallieerden. Om de zoveel tijd probeerde één van de twee partijen de impasse te doorbreken door de aanval te kiezen maar dit ging iedere keer ten koste van zoveel slachtoffers dat uiteindelijk min of meer gekozen werd voor het behouden en verstevigen van de eigen stellingen. Een zinloze oorlog met miljoenen slachtoffers tot gevolg.

Ondanks de uitspraak van een bekende trainer dat voetbal oorlog is zijn het gelukkig twee totaal andere werelden. Maar toch raken die werelden elkaar zo nu en dan. In Engeland was de animo om mee te  vechten op het continent in eerste instantie heel groot. Massaal gaven jongeren zich op voor het leger. Dit gebeurde ook bij diverse voetbalclubs. Zodoende werden er hele regimenten geformeerd bestaande uit alleen maar voetballers. Het verhaal gaat dat de bal werd meegenomen in de aanval richting de vijand, de bal vooruit schoppend en dan in één stormloop met bal en al de vijand overlopen. Heel dapper natuurlijk maar dit geromantiseerde beeld van oorlogsvoeren, die men bij het aanmelden had mee gekregen, verdween al snel in één poel van ellende. Die ellende werd alleen tijdens kerstbestanden onderbroken. Geheel tegen de wil van de legerleiding werd er zelfs toenadering gezocht door de strijdende partijen. En uiteindelijk werden er hier en daar ook spontaan voetbalwedstrijdjes gespeeld. Uitslagen zijn niet bekend maar er waren in dit geval ook geen winnaars.

Het blijft een wonder dat dit grotendeels aan Nederland voorbij is gegaan. Wel werden we geconfronteerd met ongeveer een miljoen Belgische vluchtelingen die overal in Nederland werden opgevangen. Ook hier in Zaandam waar enkele straatnamen (Belgischestraat, Brusselsestraat en Luiksestraat) ons blijvend  herinneren aan die periode. Het normale leven ging echter “gewoon” door. Ook op de Nederlandse voetbalvelden bleef de bal gewoon rollen. Het is opmerkelijk hoe de prestaties van Ajax parallel lopen met deze woelige periode.


In 1914 degradatie, in 1918 kampioen van Nederland. In 1907 was Ajax verhuisd van een voetbalveld in Amsterdam Noord naar een echt stadion aan de Middenweg in Amsterdam. In 1911 kwamen er (houten) tribunes bij zodat het al snel in de volksmond ”Het Houten Stadion” werd genoemd. Dat was al voor Het Stadion aan de Amstelveenseweg werd geopend. Dus Amsterdam had eigenlijk al 2 echte voetbalstadions in die tijd. Dit stadion paste precies bij een eersteklasser met ambities. Maar die ambities werden niet direct omgezet in resultaat. Na een paar maal net ontsnapt te zijn gaat het in 1914 uiteindelijk mis. Op 14 mei 1914 degradeert het vlaggenschip van de club, na de
2e promotie/degradatiewedstrijd tegen Hercules, voor de eerste en tevens enige keer naar een lagere divisie. De klap is groot, het bestuur stapt op en diverse spelers gaan op zoek naar een andere club. Maar er zijn ook lichtpuntjes, zoals zo vaak krijgt de jeugd een kans, Jan de Natris komt het team versterken en daar zou de club op alle gebieden nog veel lol mee beleven.
 
Dan staat de wereld in brand. En ondanks dat Nederland zich buiten de strijd weet te houden wordt er wel een algehele mobilisatie afgekondigd en maximale waakzaamheid aan alle grenzen. Dat betekend dat heel veel jongeren worden opgeroepen om dienst te nemen en mee te helpen het land te verdedigen. In de praktijk valt dat gelukkig allemaal mee en slaat de verveling toe en wordt er tijd en ruimte vrijgemaakt voor andere dingen. Dus ook voor sport en met veel mannen bij elkaar natuurlijk ook voetbal. Veel jongeren uit de midden en -arbeidersklasse komen nu pas voor het eerst echt in aanraking met het voetbalspel. Deze tendens zal zich tijdens en zeker net na de 1e Wereldoorlog voorzetten.

De voetbalcompetitie gaat “natuurlijk”ook door. Maar omdat veel clubs lang niet altijd in de sterkste opstelling kunnen spelen vanwege de afwezigheid van heel veel spelers en daardoor verzwakt aan het nieuwe seizoen moeten beginnen wordt er door de NVB een noodcompetitie uitgeschreven. Ajax is daardoor één van de grootste pechvogels. Ze worden met ruim verschil kampioen van Noodcompetitie West B, slechts 2 nederlagen. Ook de promotie/degradatiewedstrijden worden gespeeld, Quick uit Den Haag is het “slachtoffer”, maar er volgt geen promotie. Je kunt je afvragen waarom die wedstrijden toch nog gespeeld werden. Het heeft in mijn ogen hetzelfde effect als in miljoenenjacht de koffers openmaken nadat je al een klap op de knop hebt gegeven. Het volgende jaar dan maar want er is weer een reguliere competitie. Ajax bovenaan, geen nederlagen. Maar dit keer raakt de NVB verstrikt in de eigen reglementen. Kampioenscompetitie wordt niet afgemaakt, promotie/degradatie wel, maar de protesten vliegen over tafel. Was een verlenging na een gelijke stand na 90 minuten al dan niet reglementair geweest? Was een doelpunt ten onrechte niet toegekend? Ajax is zelfs van plan om naar de rechter te stappen waardoor er een patstelling ontstaat. Uiteindelijk zal Ajax inbinden en voor de tweede keer kunnen ze een terugkeer naar de eerste klasse vergeten. Het jaar daarop is er geen houden meer aan, 13x winst, 1x gelijk. 3x winst in de duels om het kampioenschap van de tweede klasse. De NVB beker wordt ook nog even meegepakt, 5-0 winst op VSV. En als klap op vuurpijl werd in 2 officieuze kampioenswedstrijden de kampioen van Nederland Go Ahead (2-1 en 1-1) verslagen. De NVB kon er niet meer om heen en Ajax werd weer toegelaten tot de eerste klasse. En Ajax gaat in één ruk door. Kampioen van de eerste klasse West A. In de daaropvolgende competitie om het kampioenschap van Nederland is het spannend tot de laatste wedstrijd. Op 9 juni 1918 moet Ajax op de laatste speeldag op bezoek bij Willem II. Jan de Natris krijgt het voor elkaar de trein te missen. Hij krijgt hiervoor een zware boete: 10 cent. Desondanks wint Ajax de wedstrijd met 0-3 en is voor de eerste keer in hun bestaan kampioen van Nederland. Een paar maanden later komt er ook een einde aan de 1e Wereldoorlog.     
   
In 1916 begon Ajax met het uitgeven van een clubblad: Clubnieuws der A.F.C. Ajax (zie scan). Het verscheen in de beginjaren 2x per maand. Tot het begin van seizoen 1987-1988 zou het Clubnieuws blijven verschijnen. Weliswaar steeds minder frequent (op het eind 6/7 keer per seizoen) en met steeds wisselende lay-out. Alleen tijdens de 2e Wereldoorlog werd het blad enkele tijd verboden. Vanaf 1942 t/m 1945 moest men het doen met een stencil met Officieele- en Bestuursmededeelingen.

Dit is het allereerste nummer van 3 december 1916. Om meerdere redenen heel bijzonder. Het is een proefnummer No. 1. Het smaakte zeker naar meer want er kwam nog een proefnummer No. 2 Maar het was in feite ook een programmablad (inclusief opstelling) voor een wedstrijd tegen de First Royal Naval Brigade F.C. die op diezelfde dag gespeeld werd. Dan zou je zeggen wat doet de Engelse marine op Nederlands (en neutraal) grondgebied? Het blijkt een elftal te zijn geweest uit een groep van 1500 Engelse soldaten die in de eerste oorlogsmaanden op Nederlands grondgebied terecht kwamen en  daardoor, volgens de internationale rechtsregels, in Groningen geïnterneerd werden. Ze hielden knap de doelpuntenmachine van Ajax tegen (0-0). Wat verder alleen Willem II dat seizoen in 45 wedstrijden lukte, in de door hun met 1-0 gewonnen wedstrijd om de Zilveren bal in Rotterdam.  

Een dag later had de krant “De Tijd” (zie scan): meer oog voor het nieuwe blad, dat voor de wedstrijd werd uitgedeeld, dan voor de wedstrijd zelf. In deze vorm was het waarschijnlijk ook het allereerste programmablad dat door Ajax is uitgebracht. In latere jaren werd er gebruik gemaakt van dubbelgevouwen kaartjes met daarop alleen de opstelling van beide elftallen (naar Engels voorbeeld), maar of die in 1916 of daarvoor ook al vervaardigd werden is mij niet bekend.

Precies een jaar later op zondag 2 december 1917 wordt de beladen stadsderby tegen Blauw Wit gespeeld. Mede door al de perikelen aan het eind van het voorafgaande seizoen (waar Blauw Wit buiten hun schuld ook betrokken was) zijn alle ogen gericht op deze wedstrijd. Volledig uitverkocht en heel veel pers. Er worden zelfs journaalopnamen gemaakt. Het Clubnieuws pakt uit met een extra nummer met foto’s en opstellingen der beide elftallen (zie scan) . Op de achterkant aandacht voor Jack Reynolds. De trainer die sinds 1915 bij Ajax werkzaam is en daarna ook bijna  niet meer weg te denken is bij deze club. 

Bijvoegsel van De Sportkroniek van 28 december 1917 (zie scan). Een nogal wrede tekening van de “de held Ajax” als poelier op voetbalschoenen. De “kraaien” van H.B.S. zijn verslagen en nu zijn de “haantjes” van Quick (beide uit Den Haag) aan de beurt. Een vooruitziende blik want een paar weken later werd het in de wedstrijd Ajax-H.B.S. in Amsterdam 10-0.

Naar aanleiding van het kampioenschap der Westelijke eerste klasse verschijnt er in mei 1918 een uniek boekwerkje (zie scan) geschreven door D. Knegt de redacteur van het Ajax-Clubnieuws. Het is het eerste boek dat over Ajax verschijnt, er zullen er nog velen volgen.

D. Knegt was een bezig baasje. Voor de feestelijkheden die in de stad zijn georganiseerd vanwege het behalen van het Kampioenschap van Nederland schrijft hij de “De Ajax Kampioens=Marsch”  (zie scan). Een lied met eeuwigheidswaarde want het wordt nog steeds gebruikt als Ajax en de tegenstander van die dag het veld van De ArenA betreden. Tegenwoordig gezongen door Joop Leeuwendaal maar enigszins aangepast aan deze tijd. Zo is Heil, Ajax, Heil vervangen door het minder beladen Hup, Ajax, Hup.  Sorry Jopie, de uitvoering, inclusief het kraken van grammofoonplaat, door Max van Praag (broer van Jaap, jarenlang voorzitter van de club), die gebruikt wordt bij de wedstrijden van Lucky Ajax vind ik persoonlijk mooier. 
De muziek van deze compositie voor zang en piano kwam trouwens van E. Painparé, een Belg die tijdens de oorlog uitgeweken was naar het neutrale Nederland.

bekijk archief     
Clubnieuws Ajax proefnummer no 1
Ajax - Blauw Wit
De Tijd 14-2-1916
Sportkroniek
Ajax kampioensuitgave 1917-18
Ajax Kampioens Marsch